Voor ’t Olde Guet, nummer 35 van december 2021, heeft Gonneke Teeuwen – Rens een mooi en uitgebreid historisch verhaal geschreven over de IJsclub Marum West. Het artikel is, met toestemming, overgenomen op deze pagina.
IJsclub Marum West
Gonneke Teeuwen – Rens
Bij het opruimen van mijn prikbord kwam ik de ijsbaankaarten van seizoen ‘20-’21 tegen en ik vroeg me af hoe lang de ijsbaan al op de locatie bij de Hoornweg zat en wat de geschiedenis van deze club was. Ik ging op onderzoek uit en ontdekte dat er helaas geen notulen meer zijn van vóór 1966, deze zijn bij een brand verloren gegaan. Maar ik kwam het volgende tegen.
Het huishoudelijk regelement van 1912
De beginjaren
Vóór 1912 werd er geschaatst op het ondergelopen land in het Marumer Lage tussen Noordwijk en Marum. Ten behoeve van de landbouw werd het Oude Diep uitgegraven en gekanaliseerd, waardoor de afwatering zodanig verbeterde dat de weilanden niet meer onderliepen in de winter.
Nu, honderd jaar later, is de loop van het Oude Diep weer teruggebracht in zijn oorspronkelijke vorm en wordt de waterstand door middel van stuwen opzettelijk hoger gehouden, waardoor er wel weer geschaatst kan worden in de winter.
In 1912 werd op initiatief van de heren G.Godijk, R.Reindersma en J.Linstra gezocht naar een geschikte plaats voor een vaste ijsbaan. Deze werd gevonden op een stuk land van de gezusters Bouwsma, caféhoudsters van ‘de Koppelpaarden’.
De ijsbaan kwam te liggen naast de voormalige zwaaikom van de ‘Faberswijk’, welke vanaf Marum naar de Wilp liep en een stukje naast Hoornweg nr. 98 (Dr.Geerdink) begon, een stukje van de weg af. De wijk werd in Marum Faberswijk genoemd, naar de stiefvader van de gezusters Bouwsma, maar richting de Wilp heette hij Akkermanswyk naar de initiatiefnemer van deze gegraven wijk .
De oprichtingsvergadering was op 7 maart 1912. Dus in 2022 bestond deze ijsvereniging 110 jaar! Het huishoudelijk reglement van 1912 is handgeschreven en nog bewaard gebleven. Hierin staat dat ‘de ijsvereniging Marum zich ten doel stelt hardrijderijen te houden of andere festiviteiten op een daartoe nieuw aangelegde baan te Marum’. De geschiedenis is ook heel mooi verwoord in het lied wat geschreven is door J.B. ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de ijsclub.
IJsclub Marum 1912-1937
Voor vijf en twintig jaar kwam men eens bij elkaar In Marum-West Het doel was wel bekend En fluks had men in ’t lest Dan ook een reglement Voor De IJsclub klaar.
Met weinig leden ging ’t in zee Doch velen hielpen weldra mee, Een rijk bezit Men raakte eerst recht op snit, Toen Renkema werd eerelid: Als hoofdprijs honderd pop, De kas er boven-op!
Wil je echter rijden gaan, Dan behoef je een goeie baan Liefst bij de hand. Wel had men een stuk land, Maar water? ’t Viel niet mee, Tot plots: een reuze-idee! Een hevel helpt ons uit de brand.
Wanneer ’t slechts even vroor Dan liet de buis het water door Naar Fabers wijk En verder door de dijk, Waar ’s Zomers ’t grazend vee liep, Was ’t nu weldra één watervlak De club dus: onder dak!
Men schreed weer rustig voort En reed weer ongestoord, Was vroolijk, blij. Men hield weer menig rijderij Van grooten, kleinen, ’n heele rij Maar wat wel ’t meeste trok? Drie aan de stok!
Zoo vlood een kwart eeuw heen, Doch wat er ook verdween, Onze IJsclub, neen! ‘t Bestuur is steeds paraat; En als ’t maar even wint’ren gaat, Als één man zet ze zich er voor: De rijderij gaat door!’
Om het stuk land geschikt te maken als ijsbaan, moesten er wallen worden opgeworpen en de grond gevlakt. Het water voor het ijs werd de eerste jaren, zoals in het gedicht al beschreven, met een hevel door een buis vanuit de zwaaikom op de baan gebracht, maar pas nadat eerst de wijk geschoond was.
Het werk en materiaal om het stuk land geschikt te maken als ijsbaan moest natuurlijk betaald worden en om dit te kunnen bekostigen had men aandelen uitgegeven voor Fl 2,50 per stuk, in totaal 83 stuks. Van die aandelen werd elk jaar rente uitgekeerd aan de aandeelhouders. In latere jaren werden de aandelen bij verloting weer terugbetaald, maar veel aandeelhouders hoefden het geld niet terug te hebben.
In de begin periode bedroeg de contributie Fl. 0,75 per lid voor een heel jaar bij vooruitbetaling. Een los toegangskaartje kostte Fl.0,25. Iin december 1912 waren er 93 leden, maar toen het in januari 1913 ging vriezen kwamen er al snel 26 leden bij.
Ter ondersteuning van de vereniging ontving de club het eerste jaar Fl 25,00 van de gezusters Bouwsema. Zij waren blij met de ijsclub zo dicht bij hun herberg, want de schaatsers konden bij hen een vertering gebruiken. Het jaar daarop doneerden ze Fl. 20,00. Hun café-opvolger T.G.Kram gaf later ook geregeld een donatie.
Na de hardrijderijen, die op de ijsbaan werden georganiseerd, vonden de uitreikingen van de geldprijzen dan ook in De Koppelpaarden plaats. Vergaderingen werden in latere jaren bij toerbeurt in verschillende café’s in Marum West georganiseerd, bij De Koppelpaarden, Van der Vee, Meine de Boer en Loek van Bruggen.
Als de ijsperiode wat langer duurde, werd er voor de hardrijderij een advertentie gezet in het Nieuwsblad van het Noorden, of de Friesche Courant. De eerste wedstrijd werd georganiseerd in 1914.
Voordat de hardrijderijen georganiseerd konden worden ging een bestuurslid met de bel rond in Marum, om vrijwilligers op te trommelen die de baan gereed maakten. Tijdens een vorstperiode hadden mensen vaak minder inkomsten, waardoor een extra verdienste met het slijpen van schaatsen of baanvegen welkom was.
Op bovenstaande foto van 1987 staat voorzitter J.Brik met de bel, welke op dat moment al niet meer in gebruik was, samen met D. Meinema en J. de Boer.
Het oude kasboek
Terwijl ik het oude kasboek doorbladerde vielen me zaken op die nu anders zijn;
- Aanvankelijk werden er jaarlijks tot aan het seizoen 1924 – 1925, twee paar schaatsen aangeschaft, die netjes werden verdeeld over verschillende leveranciers te weten; J. Smidts, H.Rekker en H. Dalstra. Kennelijk was het na 1925 niet meer nodig om schaatsen ter beschikking te stellen aan mensen die geen schaatsen hadden.
- Ook werden er in 1919 priksleeën gekocht, waarmee in 1922 wedstrijden werden gehouden. Deze kostten FL.8,95. Een rijsbezem kostte Fl. 0,50 en het jaar daarop werd er Fl 0,30 voor twee bezems betaald, maar dat zal wel met korting zijn geweest.
- Verder valt de hoogte van het werkloon op. In 1932 werd er nog Fl. 0,25 per uur betaald, waarvoor stond er niet bij, maar vermoedelijk voor het baanvegen. Toch kon dit werkloon best in de papieren lopen voor de ijsclub, want in ’23-’24 bedroeg dit bedrag Fl. 60,75 en daarbij kwam nog de verteering der baanvegers van Fl. 18,07 en een halve cent!
- Muziek bij de prijsuitreikingen werd in die eerste jaren vooral door levende muzikanten, zoals Muziekgezelschap Kraak, de Hoornpoepers of door een orgelman verzorgd. In 1929 kostte dat maar liefst Fl.75,00
- Een andere post, die vele jaren in november op de balans stond, is ’wilde konijnen’, soms inclusief vrachtkosten. Aanvankelijk snapte ik niet waarvoor deze ‘wilde konijnen’ bedoeld waren, totdat er een volgend jaar op de balans een post stond ‘voor eenden verloting’! Ik kon me ook al niet voorstellen, dat ze met die konijnen het gras van de baan wilden kort houden.
- Door aankoop van De Koppel Paarden en het bijbehorende marktterein in 1922 door R. Elema, kwam deze ook in bezit van de ijsbaan. In 1924 vinden we in het kasboek een post voor vracht voor de pomp van T.Glastra. Vanaf die tijd werd het water voor de ijsbaan met een pomp uit de wijk gehaald Hiervoor moest eerst de stuw van het Waterschap bij de Wilpsterweg (Hoornweg 118) verhoogd worden.
Getuige deze foto zochten de militairen van de Duitse Luftwaffe, in de oorlog gelegerd op Trimunt, ook vertier op de ijsbaan van Marum-West.
Festiviteiten
In de statuten werd, buiten hardrijderijen, ook gesproken over festiviteiten op de ijsbaan. Behalve priksleeën, waren dat arresleewedstrijden, waarvan de eerste in 1917 en tot nu toe de laatste in 1986 werd gehouden. Dit was een groot succes, er waren wel 500 toeschouwers om het mooie spektakel te zien.
Op 1 maart 1986 werd daags voor de arrensleewedstrijd het eerste Nationale Kampioenschap Solexrace op natuurijs verreden op de ijsbaan van Marum West,
Het werd georganiseerd door solexclub ‘t Plofke. Er moesten 4 ritten van elk 1500m worden verreden, waarbij het vooral heel moeilijk bleek om de bochten goed door te komen. Zeker bij het smalle stuk achter de ESA loods. Ondanks het gure weer was het een groots spektakel. Er was zelfs een rijder uit Maastricht bij, maar verder waren het toch vooral rijders uit de regio.
In 1987 bleek dat de belangstelling voor hardrijwedstrijden tanende was; bij de ijsclubs in de verschillende dorpen van de gemeente Marum hadden zich onvoldoende deelnemers opgegeven voor de wedstrijden. In het kader van het 75 jarig jubileum van IJsclub Marum West werd het Gemeentelijk kampioenschap, dus van alle dorpen in de gemeente Marum, verreden op 5 februari 1987 .
Door de minder strenge, of gebrek aan aanhoudende vorst in de laatste jaren, heeft de ijsclub diverse malen een tocht georganiseerd naar een van de, inmiddels al vele jaren bestaande kunstijsbanen. Zo kon er toch geschaatst worden. Dit kom ik voor het eerst in seizoen 1967-1968 tegen. Er werd toen een bus van de ESA gehuurd naar Heerenveen te gaan.
Vermakelijke wederwaardigheden
Vermakelijk zijn af en toe krantenartikelen over de wedervaardigheden van de IJsclub. Zoals van het 25-jarig bestaan, waarin de heer S.Glastra verhaald van “de heeren Pieter Bergsma en Barrelt Helmholt.
- “Een paar vlugge bazen. Halverwege de baan keert Barrelt zich om en riep: “Piet kom nou ,je”, maar Pieter was hem warempel al lang voorbij.
- En daar hadden we meester Westerhof, een echte hardrijder. Het kwam volgens zijn zeggen, omdat hij naast Merk Kingma (de snelste rijder van Friesland) op de schoolbank had gezeten. Die had hem gezegd: ‘Pas op en blijf voor.’ Maar wat gebeurde hier op het Leege? Westerhof moest tegen Roelf Siebinga, een vinnige rijder. Ze moesten wel vier of vijf maal tegen elkaar: Ik geloof dat ze de prijzen toen onder elkaar verdeeld hebben.”
- Hij vervolgde met het vertellen van moppen, vertelt door de oude Strikwerda en Reindersma.
- Ook in recentere artikelen staan soms leuke verhalen, zoals in november 1991 toen de temperatuur nog dusdanig hoog was, dat het gras weer boven het water uitgroeide en de ijsbaancomissie met lieslaarzen het gras met de zeis moest afmaaien.
- En het artikel van 29 november 2001, waar geschreven staat over de ‘wedstrijd bosmaaien’ op de nog niet ondergelopen ijsbaan. Het was namelijk veel te nat om met de tractor met cyclomaaier te maaien, dus moest het gras handmatig worden gemaaid. Ja, het blijft veel werk, een ijsbaan onderhouden.
Gelukkig zijn de middelen om de baan goed te onderhouden steeds beter geworden en kan met nu met een gemotoriseerde sneeuwschuiver aan het werk.
Hieronder de gescande foto’s uit ’t Olde Guet